-
Aardappelpootgoed
-
Ajuin-Sjalotten-Knoflook (Winter)
-
Ajuin-Sjalotten-Knoflook (Zomer)
-
Andijvie
-
Artisjok
-
Aspergezaden
-
Aubergine of Eierplant
-
Augurken
-
Bieten of Kroten
-
Boerenkool
-
Bonen
-
Champignons
-
Courgettes
-
Erwten
-
Groenlof of Suikerbrood
-
Keukenrapen
-
Knolgewassen
-
Knolvenkel
-
Kolen
-
Komkommer
-
Koolrabi
-
Koolrapen
-
Mais
-
Meloenen
-
Microgreens
-
Overige
-
Paprika
-
Pastinaak
-
Pepers
-
Pompoenen
-
Postelein
-
Prei
-
Radijs
-
Rettich
-
Roodloof
-
Schorseneren
-
Selder
-
Sla
-
Spinazie
-
Spruitgroenten
-
Tomaten
-
Warmoes
-
Wereldse smaken
-
Witloof
-
Wortelen
-
Zaaiajuin & -Sjalotten
Prei
Een belangrijke groente die in iedere moestuin thuishoort. Men onderscheidt zomerprei, herfstprei en winterprei, naargelang het jaargetijde waarin ze geoogst wordt. Van eind februari tot half mei zaaien op plantenbed. Niet te dik zaaien, want de planten moeten nogal fors worden op dit zaaibed. Als de planten de dikte van een potlood hebben, worden ze uitgeplant op een van tevoren met stalmest goed bemest stuk grond. Uitplanten in rijen met 25 cm tussen de rijen en 10 à 15 cm tussen de planten. Maak een vrij diep plantgat en zet daar de preiplant losjes in. Druk maar weinig aan. Het echte vullen van het plantgat moet later in de groei met de regen of zo nodig met gieten gebeuren. Houd de grond tussen de rijen goed los en werk iedere week wat losse grond tegen de preiplanten aan, zij zullen daardoor een langer stuk wit krijgen. Zomer- en herfstprei moeten beslist voor het invallen van de vorst gerooid worden, want reeds bij de eerste vorst ontstaat schade. Winterprei is over het algemeen vorstbestendig. Belangrijk bij de teelt van prei is een rijke bemesting, die tijdens de teelt een paar maal moet herhaald worden gezien de zeer lange groeiperiode. Bij voorkeur een langwerkende samengestelde meststof, zoals FLORANID PERMANENT, gebruiken.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|