Witloof

Een heerlijke en echt Vlaamse groente. De teelt valt in 2 delen uiteen: - het kweken van de wortels, - het inzetten van de wortels en het forceren van het witloof. Dun uitzaaien in mei, rechtstreeks in vollegrond - rijenafstand 30 cm - uitdunnen op ca. 10 cm. Witloof heeft graag een vrij losse grond, maar een teveel aan bemesting kan funest zijn. De wortels worden in september/oktober tot november gerooid. Met de vork lossteken en met de hand optrekken, vervolgens 5 tot 10 dagen op het land laten afsterven door ze “dakpansgewijze” neer te leggen zodat het blad van de ene rij de pennen van de andere rij bedekt. Dit is noodzakelijk om uitdrogen of vorstschade te voorkomen. Daarna het blad op ongeveer 2,5 à 3 cm boven de wortel afsnijden. De wortels kunnen nu onmiddellijk ingezet worden of op een koele, vochtige plaats lichtjes afgedekt bewaard worden tot ze aan de beurt zijn. Voor het inzetten van de wortels en het optrekken of forceren wordt meer en meer gebruik gemaakt van kunststofbakken en speciale witloofforceercontainers. Alle moderne rassen kunnen immers zonder dekgrond worden ingezet en toch goed gesloten en vaste kroppen vormen. Voor het inzetten van de witloofwortels wordt tussen de wortels een goede potgrond gebruikt en worden de wortels schouder aan schouder in de bakken geplaatst. Hiervoor worden de wortels op gelijke lengte ingetopt en met een laagje potgrond afgedekt tot boven de koppen. Goed nat gieten om de potgrond goed vochtig te maken en een waterreserve te voorzien voor een snelle en goede kropvorming. De containers in een niet te warme, bij voorkeur vochtige ruimte plaatsen en regelmatig wat water
bijgeven. De ideale temperatuur voor een goede kropvorming is ca. 16°C. Na 3 à 4 weken kan er worden geoogst.